Jaar: 2008
Bewerking en regie: André Gijssel
Auteur: Tom Lanoye
Was ik niet ik, maar muze van het vuur; kon ik, als vlam, verzengend de samenvatting schrijven van een grootse voorstelling. Ik nam geen vrede met een half A-4tje. Ik koos een paginagrote advertentie in een landelijke krant of een reclamespot op de commerciële TV (dat laatste is waarschijnlijk effectiever). Maar het lot heeft mij veroordeeld tot deze 15 vierkante centimeter en dus kan ik maar beter ieder woord optimaal gebruiken.
Welaan dan, bref. Ik zou kunnen schrijven over een aftands toneelgezelschap dat op een verlopen locatie een voorstelling speelt die ze iets te vaak heeft gespeeld. Ik zou kunnen schrijven over mobiele telefoons, zaklampen, stokpaardjes, travestie, Sinterklaas en een opstandige souffleur. Om kort te gaan: een bij elkaar geraapt zooitje. Maar dat doe ik niet. Neen! Niets van dat al. Daarmee zou ik de nagedachtenis aan Hendrik geen recht doen. Die stoere vent. Hij kreeg het toch maar voor elkaar; om van een mietige snotneus, een misselijkmakende kapsoneslijder van een koning te worden. Dan te bedenken dat een troep rebellen, een leger Fransen en zijn bloedeigen vader hem nog voor de voeten liep. Ik kan het weten; ik was erbij. Ik, de vertrappelde van zijn liefde.
Komt, en aanschouwt. Sta mij toe u te omsingelen met de muren van mijn memorie. Wees getuige, hoe ik mijn Hendrik uit een stoffige plankenvloer omhoog tover tot de oorlogsgod die hij was. Zie hem dan en ge vergeet hem van uw leven niet. Da´s al en meer hoeft dat niet te zijn, n´est-ce pas?
La Falstaff.